Gedurende do laatste vijf jaren hebben vele floristen Schiermonnikoog bezocht, wat ertoe geleid hoeft dat de soortenlijst van het eiland aanzienlijk is uitgebreid, De soorten die „nieuw” zijn worden in dit artikel vermeld. Onder „nieuw” is verstaan, dat de soort in de publicaties van vóór 1927 niet voorkomt. Daartoe word eerst een overzicht gemaakt van de vondsten vermeld door Suringar (1860), Winkler Prins (1867), Holkema (1870), van Eeden (1874), Kloos (1926). De mij bekende vondsten van na 1930 zijn afkomstig van Koopmans c.s. (1930), het N.J.N.-sociologenkampje (1952), den Hartog en de Wilde (1952), van der Ploeg en (ged.) Jansen (1952-’56), Westhoff (1953), Kruseman (1954), de Unio--excursie(20- 25 Aug. 1956), De bovengenoemde vinders zijn in de hier volgende lijsten aangegeven door de resp. symbolen: S, Wi P, H, F, K, Ko, soc.gr., !, P, W, Kr en Unio. Daar aan M.T. Jansen ook tijdens de Unio-excursie vele bijzondere vondsten te danken zijn, is bij deze laatste een J vermeld. Van da meeste soorten met ! berust bewijsmateriaal in mijn herbarium. Do symbolen der vinders zijn alleen gegeven, indien de vinder de soort „nieuw” vond, dus, behoudens enkele uitzonderingen, bij do eerste vondst na 1927.