Op 16 mei vond ik in de gemeente Wilnis op de westhelling van de Westveense kade van de Kromme Mijdrecht een vrij dichte vegetatie van Carex reichenbachii. Volgens de auteurs van de Flora Neerlandica (I, 3, 1954) „is de plant zeker vaak over het hoofd gezien.” Dit is wel aannemelijk, omdat de habitus doet denken aan Carex ligerica of aan een nog niet volgroeide C. brizoides op overeenkomstige standplaatsen. Maar in het onderhavige geval, waarbij een soort van de sectie Arenariae (behalve dan C. disticha) op een kade in het Hafdistrict werd aangetroffen, voelde ik mij door deze merkwaardige groeiplaats wel gedwongen, de plant wat nauwkeuriger te onderzoeken. Onmiddellijk vielen daarbij de gekromde aartjes op, De determinatie gaf, hoewel de urntjes nog niet volledig ontwikkeld waren, geen moeilijkheden. De heer Th.J. Reichgelt bevestigde de juistheid ervan.