In 1885 publiceerde J.D. Kobus een Flora van Wageningen en omgeving. Hij vermeldt hierin het voorkomen van Sambucus racemosa L. op de Wageningse Berg met het bijschrift; „aangeplant?” Of de soort aan de zuidelijke Veluwerand oorspronkelijk voorkomt is thans minder dan toentertijd uit te maken; ze is er nu zeker plaatselijk niet zeldzaam. Ook in het Zuidoosten van de provincie Utrecht wordt ze op tal van plaatsen aangetroffen. Zo groeit ze in groot aantal op en om de Grebbeberg, evenzo op en nabij het landgoed Remmerstein tussen Rhenen en Veenendaal. fan kunnen we de plant nog verspreid aantrffen te Eist (Utr.) en in de omgeving van Amerongen. Een wat ongewone en daardoor interessante vindplaats ligt in de gemeente Veenendaal. Hier vindt men in het laagste deel van het Griftgebied het natuurreservaat De Ho. open water met rietland er om heen. Als afsluiting heeft men na de laatste oorlog enkele el zenbosjes aangeplant. In deze elzenbosjes zijn verscheidene houtige gewassen spontaan verschenen: Ribes sylvestre, Ribes nigrum, Rubus, Sambucus nigra en ook Sambucus racemosa. He kiemplanten van Sambucus racemosa gaan veelal te gronde door te vochtig en schaduwrijk milieu, maar op enkele meer geschikte plaatsen hebben zich struiken weten te handhaven. Het rietland van De Hel is sinds jaar en dag een slaapplaats voor spreeuwen, die zich hier uit wijde ontrek verzamelen, waarschijnlijk uit een gebied met een straal van wel 15 km. Deze spreeuwen zijn stellig grotendeels oorzaak van het optreden van bovengenoende soorten.