1993
Carex caryophyllea Latourr. (Voorjaarszegge) op de Havelterberg
Publication
Publication
Gorteria: tijdschrift voor de floristiek, de plantenoecologie en het vegetatie-onderzoek van Nederland , Volume 19 - Issue 2 p. 53- 54
Het natuurreservaat Havelterberg (IVON 16.47) is rijk aan zeldzame plantesoorten. Langs fietspaden groeien er bijvoorbeeld Botrychium lunaria, Erigeron acris, Geranium columbinum en Sagina apetala. Maar de meest bijzondere flora is te vinden op de hei in het reservaat, en wel daar waar de keileem (bijna) aan de oppervlakte komt. In die hei komen onder andere de volgende soorten voor: Ajuga reptans, Anemone nemorosa, Campanula rotundifolia, Dactylorhiza maculata, Hypericum pulchrum, Lathyrus linifolius, Maianthemum bifolium, Pedicularis sylvatica, Pimpinella saxifraga, Poa chaixii, Polygala serpyllifolia, Solidago virgaurea, Trifolium medium en Viola riviniana. Bij een inventarisatie ontdekte ik in 1985 tot mijn verrassing Carex caryophyllea, de Voorjaarszegge; in 1990 vond ik er nog drie vindplaatsen bij! Zo kan het gebeuren dat je op één vierkante meter, in de hei, de volgende soorten vindt: Campanula rotundifolia, Carex caryophyllea, Hypericum pulchrum, Lathyrus linifolius, Pimpinella saxifraga, Polygala serpyllifolia en Solidago virgaurea! Het beheer van deze bijzondere vegetatie is als volgt: eens per twee à drie jaar maaien en afvoeren. Carex caryophyllea reageert hier goed op; zij is al lang uitgebloeid als er gemaaid wordt, en bloeit het volgende jaar volop. Ook Dactylorhiza maculata, Hypericum pulchrum, Lathyrus linifolius, Pedicularis sylvatica en Trifolium medium breiden zich duidelijk uit onder het maaibeheer.
Additional Metadata | |
---|---|
Gorteria: tijdschrift voor de floristiek, de plantenoecologie en het vegetatie-onderzoek van Nederland | |
Released under the CC-BY 4.0 ("Attribution") License | |
Organisation | Naturalis journals & series |
Perdeck, M. (1993). Carex caryophyllea Latourr. (Voorjaarszegge) op de Havelterberg. Gorteria: tijdschrift voor de floristiek, de plantenoecologie en het vegetatie-onderzoek van Nederland, 19(2), 53–54. |