2005
Varkenskervel (Peucedanum officinale L.) langs de Waal bij Erlecom
Publication
Publication
Gorteria: tijdschrift voor de floristiek, de plantenoecologie en het vegetatie-onderzoek van Nederland , Volume 31 - Issue 2 p. 36- 47
In de zomer van 2004 is een exemplaar van Varkenskervel (Peucedanum officinale L.) aangetroffen op een oeverwal van de Waal ten oosten van Nijmegen. De dichtstbij gelegen vindplaatsen langs de Rijn in Duitsland bevinden zich op een afstand van ± 200 km. Het is lang onduidelijk geweest of Varkensvenkel tot de oorspronkelijke Nederlandse flora gerekend moest worden. Van enkele oude vermeldingen uit de 17e eeuw was niet duidelijk of ze betrekking hadden op wilde dan wel gekweekte exemplaren en aan de betrouwbaarheid van enkele opgaven uit de 18e en 19e eeuw werd getwijfeld. De vondst bij Erlecom toont aan dat de soort, althans tijdelijk, zijn areaalgrenzen tot in Nederland kan verleggen. In the summer of 2004 a specimen of Hog’s Fennel (Peucedanum officinale L.) was found on a river bank along the River Waal. The distance from this location to the nearest known populations of this species, which are located in Germany, is about 200 km. Whether Hog’s Fennel should be considered indigenous in the Netherlands has been in doubt since long. Recordings from the 17th century may have been related to plants grown for medicinal purposes. A few recordings from the 18th and the 19th century were considered unreliable later on. The recent find along the River Waal proves that the range of the species, at least temporarily, can include parts of the Netherlands.
Additional Metadata | |
---|---|
Gorteria: tijdschrift voor de floristiek, de plantenoecologie en het vegetatie-onderzoek van Nederland | |
Released under the CC-BY 4.0 ("Attribution") License | |
Organisation | Naturalis journals & series |
Beringen, R., & Rossenaar, A.-J. (2005). Varkenskervel (Peucedanum officinale L.) langs de Waal bij
Erlecom. Gorteria: tijdschrift voor de floristiek, de plantenoecologie en het vegetatie-onderzoek van Nederland, 31(2), 36–47. |