part: C. Bas, Th. W. Kuyper, M.E. Noordeloos & E.C. Vellinga, Flora Agaricina Neerlandica, Critical monographs on families of agarics and boleti occurring in the Netherlands, Volume 1, A. General part, B. Special Entolomataceae by M.E. Noordeloos; A.A. Balkema, Rotterdam, 1988, 182 pag., ƒ 58,30 (ISBN 90-6191-860-X: gebrocheerd), ƒ 79,50 (ISBN 90-6191-861-8: gebonden). — Het eerste deel van de mogelijk 10 delen tellende wetenschappelijke flora van de ‘paddestoelen’ van Nederland. Het ‘speciale deel’ van het werk is geheel gebaseerd op kritisch taxonomisch onderzoek van verzameld materiaal. In dit eerste deel worden de Entolomataceae behandeld. Van deze familie komen in Nederland 3 genera voor: Rhodocybe (8), Clitopilus (5), en Entoloma (144 soorten). Daarmee is ook duidelijk dat het aantal inheemse species van de ‘paddestoelen’ dat van de ‘hogere planten’ verre overtreft. Alle illustraties (lijntekeningen) zijn naar origineel materiaal voor deze flora vervaardigd door Ruth van Crevel. Het is uitzonderlijk (maar zeer verheugend) voor een flora dat er een duidelijke algemene verantwoording wordt gegeven van de gehanteerde species- en genusomgrenzing. Verder is voor niet-mycologen met name de bijdrage van E.J.M. Arnolds over de biotopen van paddestoelen lezenswaardig. In de mycologische literatuur van Europa zal deze flora ongetwijfeld een standaard worden voor toekomstige kritische bewerkingen van de rijke mycoflora. J. Hermans, H. Hillegers, P. Spreuwenberg & W. de Veen, Zeggen van Limburg, Wetenschappelijke mededeling KNNV nr. 189, 1988, 255 pag., ISBN 90-5011-020-7, ƒ 27 (voor KNNV-leden ƒ 18, te bestellen via gironummer 13028, Bureau KNNV, Hoogwoud). — Een overzicht van de verspreiding van Carex-soorten in de provincie Limburg, met verspreidingskaartjes uit de Nederlandse en Belgische Atlassen en Europese areaalkaartjes, aangevuld met de ook buiten Limburg voorkomende zeggesoorten. Het boek bevat voorts originele illustraties van de soorten en een determinatietabel, en geeft bij elke soort een op overzichtelijke wijze gepresenteerd overzicht van de speciale kenmerken ervan, waar nodig aangevuld met detail-illustraties. Jammer genoeg worden de specifieke ‘Limburgse’ aspecten van de Zeggen wel wat onderbelicht, met name wat hun oecologie betreft.