1999
Unieke vondst in Ridderkerk: Bleke schubwortel (Lathraea squamaria L.) weer terug in Nederland
Publication
Publication
Gorteria: tijdschrift voor de floristiek, de plantenoecologie en het vegetatie-onderzoek van Nederland , Volume 25 - Issue 4 p. 84- 85
Vlakbij het centrum van Ridderkerk ontdekte een medewerker van de afdeling Groen een vreemde plant tussen de struiken. Eerst dacht hij dat er een heideplant stond, maar dit kwam hem vreemd voor want die komen op de Ridderkerkse klei niet spontaan voor. Van dichterbij zag de plant er echter heel anders uit, maar welke plant het was kon hij niet thuisbrengen. Op kantoor werden diverse flora’s uit de kast gehaald en geraadpleegd, om uit te komen op Bleke schubwortel ( Lathraea squamaria L.) (Fig. 1). Twijfel sloeg toe want deze soort van Rode-Lijst categorie 0 is al 70 jaar niet meer in Nederland gesignaleerd. De laatste en enige bekende vindplaats van deze bijzondere plant was tot heden het zuidelijk puntje van Limburg. Daar groeide Bleke schubwortel op Hazelaar. Om geheel zeker van de juiste naam te zijn is contact gezocht met het Rijksherbarium te Leiden. Medewerkers zijn ter plaatse geweest en hebben de unieke vondst bevestigd. Ook voor hen was het een ongekende belevenis. Schubwortel is een bladgroenloze parasiet die op wortels van diverse soorten bomen en struiken groeit. In maart of april openbaren zich de roze bloemen. De beschubde wortelstokken kronkelen als grote wormen door de grond en liggen als een soort kluwen vlak onder de oppervlakte. Het duurt ten minste 7 tot 10 jaar voordat een plant gaat bloeien. De soort komt overigens in een groot deel van Europa voor.
Additional Metadata | |
---|---|
Gorteria: tijdschrift voor de floristiek, de plantenoecologie en het vegetatie-onderzoek van Nederland | |
Released under the CC-BY 4.0 ("Attribution") License | |
Organisation | Naturalis journals & series |
Boom, H. (J H. ) . (1999). Unieke vondst in Ridderkerk: Bleke schubwortel (Lathraea squamaria L.) weer terug in Nederland. Gorteria: tijdschrift voor de floristiek, de plantenoecologie en het vegetatie-onderzoek van Nederland, 25(4), 84–85. |