2009
Het verdwijnen en (weer) verschijnen van plantensoorten in Nederland
Publication
Publication
Gorteria: tijdschrift voor de floristiek, de plantenoecologie en het vegetatie-onderzoek van Nederland , Volume 33 - Issue 4/5/6 p. 166- 185
In 1995 verscheen een hoofdstuk in het boek ‘Biodiversiteit in Nederland’ over het uitsterven van plantensoorten in Nederland van de hand van Ruud van der Meijden en Jacqueline Gillis. Vanaf 1840 was het totaal aantal verdwijningen toen 73 en het aantal terugvondsten 14. Zij stelden voorts vast dat vanaf 1920 het aantal verdwijningen van plantensoorten ongeveer constant is: ca. 20 in de 20 jaar. Ook vonden zij dat de kans op uitsterven het grootst was voor soorten met een voorpost- of marginaal areaal. Na 15 jaar is de stand van zaken van het verdwijnen en (weer) verschijnen van plantensoorten in Nederland opnieuw beoordeeld. Vanaf 1900 is het totaal aantal verdwijningen 83 en het aantal terugvondsten 41. Verschillen met de resultaten van Van der Meijden en Gillis worden met name verklaard door andere selectie van soorten en een langere periode voor het terugvinden van soorten. De belangrijkste andere conclusies van Van der Meijden en Gillis staan nog steeds grotendeels overeind. Aanvullende conclusie is dat verschuivingen in de arealen van plantensoorten een rol lijkt te gaan spelen. In de laatste periode vinden we een kleiner aantal verdwijningen, een groter aantal terugvondsten en meer nieuwe soorten vanuit Europa. Op basis van deze resultaten pleiten we ten slotte, net als Van der Meijden en Gillis in 1995, voor een minder prominente rol voor de verdwenen en (teruggevonden) zeer zeldzame soorten in het Nederlandse natuurbeleid. In one of the chapters of the 1995 book ‘Biodiversiteit in Nederland’ [Biodiversity in the Netherlands] the loss of plant species in the Netherlands was reviewed by Ruud van der Meijden and Jacqueline Gillis. At the time the total number of occurrences of species loss was calculated as 73, with 14 cases of species reappearance since 1840. The authors went on to state that the rate of loss has remained more or less constant since 1920 at around 20 species every 20 years. They also found that the probability of loss is greatest for species at the edge of their range in the Netherlands or with only a marginal distribution there. Fifteen years on, the situation with respect to the loss and (re)appearance of plant species in the Netherlands has been reviewed once more. Since 1900 there have been 83 cases of species loss and 41 of species reappearance. The differences from the findings of Van de Meijden and Gillis are due to a different selection of species as well as a longer period being taken for species reappearance. The authors’ other main conclusions remain largely valid. A new, additional conclusion of the present study is that shifts in species range also appear to play a role. In the most recent period we find fewer cases of species loss and more cases of species reappearance, as well as more new species arriving from elsewhere in Europe. Based on these results we argue, finally, just as Van der Meijden and Gillis did in 1995, for a less prominent role to be given to the loss and reappearance of extremely rare species in Dutch nature conservation policy.
Additional Metadata | |
---|---|
Gorteria: tijdschrift voor de floristiek, de plantenoecologie en het vegetatie-onderzoek van Nederland | |
Released under the CC-BY 4.0 ("Attribution") License | |
Organisation | Naturalis journals & series |
Tamis, W. L. M., Duistermaat, L., van Moorsel, R. C. M. J., Kruijer, H., & Roos, M. (2009). Het verdwijnen en (weer) verschijnen van plantensoorten in Nederland. Gorteria: tijdschrift voor de floristiek, de plantenoecologie en het vegetatie-onderzoek van Nederland, 33(4/5/6), 166–185. |