2002
De landelijke floradatabank FlorBase en het Nationaal Plan Verspreidingsonderzoek
Publication
Publication
Gorteria: tijdschrift voor de floristiek, de plantenoecologie en het vegetatie-onderzoek van Nederland , Volume 28 - Issue 2/3 p. 36- 40
Eind 2001 is weer een nieuwe versie van de landelijke floradatabank FlorBase gereed gekomen. Sinds 1995 heeft zo’n update jaarlijks plaatsgevonden, waarbij telkens een groot aantal waarnemingen werd toegevoegd en correcties werden doorgevoerd. In 2001 bestond de toevoeging uit ruim 525.000 waarnemingen. Bijna de helft hiervan is afkomstig van FLORON-vrijwilligers en is verspreid over Nederland verzameld. Het overige deel betreft hoofdzakelijk gegevens van de Achterhoek en Liemers, waarmee deze floristisch rijke regio nu zeer goed in de floradatabank is vertegenwoordigd. De nieuwe versie, FlorBase-2G (1975-2000), omvat ruim 8,5 miljoen waarnemingen bijeengebracht door floristen, provincies, terreinbeheerders en particuliere organisaties. Het realiseren van een landelijk floradatabestand op kilometerhokniveau is een aanzienlijke prestatie waar we als floristen trots op kunnen zijn. De gegevens worden veelvuldig gebruikt voor wetenschappelijk onderzoek en voor natuur-, milieuen ruimtelijke ordeningsbeleid. De aandacht voor verspreidingsgegevens is het afgelopen jaar sterk toegenomen in verband met grote conflicten tussen bouwplannen en het voorkomen van internationaal beschermde planten en dieren. Het Natuurloket, waarover u elders in dit nummer kunt lezen, is in het afgelopen najaar opgericht om deze informatie beter beschikbaar te maken.
Additional Metadata | |
---|---|
Gorteria: tijdschrift voor de floristiek, de plantenoecologie en het vegetatie-onderzoek van Nederland | |
Released under the CC-BY 4.0 ("Attribution") License | |
Organisation | Naturalis journals & series |
van der Slikke, W., & Groen, K. (2002). De landelijke floradatabank FlorBase en het Nationaal Plan Verspreidingsonderzoek. Gorteria: tijdschrift voor de floristiek, de plantenoecologie en het vegetatie-onderzoek van Nederland, 28(2/3), 36–40. |