Als palacontoloog bij den Dienst van den Mijnbouw in Nederlandsen Oost-Indië verkreeg ik toestemming om in de maanden Augustus tot October 1928 op eigen gelegenheid een reis te maken naar de Togian eilanden in de Golf van Tomini, Noord-Celebes. Het Hoofd van het Departement van Marine te Batavia had mij de dankbaar aanvaarde gelegenheid opengesteld op 31 Augustus 1928 te Menado aan boord te gaan van het hydrographische opname-vaartuig der Gouvernementsmarine „Eridanus”, dat met H.M. „van Doorn” de herziening van de zeekaart der golf van Tomini ging beëindigen. De „Eridanus” stond onder commando van den luitenant ter zee 1e klasse, thans kapitein ter zee H. Spits. Ik zal nimmer de groote gastvrijheid en de voortdurende behulpzaamheid vergeten, die de Heer Spits mij aan boord van de „Eridanus” betoonde. Hem allereerst wil ik hier nogmaals gaarne openlijk dank betuigen. Veel dank ben ik ook verschuldigd aan de officieren der Gouvernementsmarine aan boord van de „Eridanus”, de Heeren Tomei, de Vries, Louet Feisser, Lehmann, Verburg en Nijssen en aan den Heer S.G. Rensing, Officier van Gezondheid 2e klasse der Koninklijke Marine. Herhaaldelijk mocht ik ook hulp ontvangen van matrozen waaronder mij vooral de diensten van de Timoreezen Mattheus, Christoffel, Paulus en Kedjangan nog duidelijk in herinnering staan.