Het is vooral door de onderzoekingen der Siboga-expeditie in Nederl. O.-Indië bekend geworden welk een groot aandeel kalkalgen hebben aan den opbouw van riffen (1). De Siboga trof meermalen uitgestrekte rifvormingen aan, die voornamelijk uit Lithothamniën opgebouwd zijn; een bank bij Salyer b.v., die als „koraalbank” op de kaarten vermeld stond, bleek geheel uit opeenhoopingen van Lithothamnium en Halimeda te bestaan; van Haingsisi (S.W. van Timor) wordt een bank vermeld, die nagenoeg uitsluitend uit één soort: Lithothamnium erulescens is samengesteld. In vele gevallen is gebleken, dat kalkalgen nog in grootere mate dan koralen tot de vorming van riffen bijdragen. Zoo is Gardiner door waarnemingen op Funafuti, Fiji, de Chago's en Malediven tot deze ervaring gekomen (2) en het is bekend, dat ook aan de samenstelling der „key’s” in Florida, de riffen der Bahama's, Bermuda's en aan de kust van Porto-Rico, kalkalgen (Melobesia's en Halimeda) een veel grooter opbouwend deel vormen dan rifkoralen (3). Uit oudere geologische formatie's zijn ons dergelijke feiten eveneens bekend. Het talrijke voorkomen van Lithothamniën in Tertiaire sedimenten van de Oost-Indische Archipel was door de onderzoekingen van K. Martin bekend reeds voordat daar de uitgestrekte recente Lithothamniumriffen ontdekt werden (4). Over de kalkalgen uit de Miocene Leitha-kalken van het Weensche Bekken heeft Unger uitvoerig gehandeld (5). Uit de Midden-Trias kennen we de Diplopora-kalksteenen, die over uitgestrekte gebieden in Beieren, Tirol en Zuid-Oost-Europa voorkomen. Een ander voorbeeld leveren de Baltische landen, waar kalksteenen uit Ordovicien en Siluur grootendeels uit kalkalgen opgebouwd zijn. Solenopora compacta Bill is in het Siluur van Gothland, Noorwegen, Engeland, Schotland en Noord-Amerika gevonden geworden in groote hoeveelheden.