Het erfelijkheids-onderzoek bij den mensch neemt jaarlijks toe, niettegenstaande de moeilijkheden, die eraan verbonden zijn, en die vooral voortvloeien uit de onmogelijkheid, kweekproeven in te stellen, waardoor men enkel is aangewezen op statistische gegevens en een uitgebreid familie- en stamboomonderzoek. Men zou kunnen betoogen, dat men de wetten der erfelijkheid bij planten en dieren zooveel mogelijk zou kunnen trachten op te sporen, zij zullen blijken, ook bij den mensch evengoed geldig te zijn, doch daargelaten, dat dan een buitengewoon vruchtbaar, zoo niet het allervruchtbaarste veld van onderzoek verloren zou gaan, zou men ook geen gelegenheid hebben, het ingewikkelde organisme, dat de menschelijke staat is, te bestudeeren. Zoo als men den bijenstaat niet kan begrijpen zonder een uitgebreide biologische kennis van de bij, evenmin zal men den menschelijken staat begrijpen zonder kennis van den mensch.