I. ALGEMEEN GEDEELTE. Inleiding. De studie der Orthoptera van den Nederlandsch Indischen Archipel brengt vele moeilijkheden met zich mede, moeilijkheden ten deele voortspruitende uit de betrekkelijk geringe literatuur hierover, ten deele uit de groote verwarring die er heerscht in de beschrijvingen der vele soorten die in dit gebied voorkomen. Het is mijn doel door deze en verdere bijdragen eenige klaarte te brengen in deze verwarring, aan de hand van het materiaal dat ik in Nederland uit dit gebied in de verschillende collecties vond en aan de hand van eenige buitenlandsche collecties die mij ter bestudeering werden toegezegd. Het gebied dat door mij zal worden behandeld is verschillend, naar gelang ik de geslachten of de soorten zal beschrijven. Wat de geslachten betreft, zoo lijkt het mij van zeer veel nut, het gebied zeer ruim op te vatten, om de algemeene verspreiding van de verschillende groepen meer overzichtelijk te kunnen rangschikken en tevens omdat men de kans heeft een genus dat tot nu toe alleen beperkt was tot b.v. Achter-Indië of Voor-Indië, of N.W. Australië, ook binnen onzen Nederl. Ind. Archipel te kunnen aantreffen, hetzij dit genus of een nieuw, zeer naverwant. In de genera tabellen worden door mij dan ook opgenomen, alle genera die mij bekend zijn uit de volgende gebieden: Voor-Indië, Ceylon, AchterIndië, Bengalen, Himalayagebied, Burma, Tonkin, Siam, Annam, Malakka, O.I. Archipel, Formosa, Philippijnen, Nieuw Guinea, Bismarck Archipel en N. W. Australië. Voor de soortbeschrijvingen moet ik mij echter meer beperken en wel tot de volgende gebieden: Burma, Malakka, Tonkin,