2008
De knautiabij: kroon op de beemdkroon
Publication
Publication
Sinds 2007 maakt de Knautiabij (Andrena hattorfiana) deel uit van de lijsten van aandachtsoorten die zijn opgesteld in het kader van het Leefgebiedenbeleid van het Ministerie van LNV. De Knautiabij is aangewezen als aandachtsoort voor het Leefgebied Heuvelland. Door de sterke binding van deze bij met Beemdkroon (Knautia arvensis) is het in het Heuvelland een kenmerkende soort voor bloemrijke graslanden. Deze graslanden staan in het Heuvelland sterk onder druk als gevolg van verruiging en ongunstig beheer. Met name schrale hooilanden en lijnvormige elementen als bermen, akker- en bosranden zijn in kwaliteit sterk achteruitgegaan. Deze gebieden worden vaak niet als natuurgebied beheerd en vallen door hun kleinschalige karakter buiten de Ecologische Hoofdstructuur. Dit rapport geeft beheeradviezen voor deze landschapselementen in het Leefgebied Heuvelland, met de Knautiabij als vlaggenschip. In 2007 zijn de populaties van de Knautiabij in het Heuvelland in kaart gebracht. Hiertoe zijn 76 kilometerhokken onderzocht waarin de soort in het verleden gevonden is of waaruit grote groeiplaatsen van Beemdkroon bekend waren. Uiteindelijk zijn binnen die 76 kilometerhokken 109 locaties met groeiplaatsen van Beemdkroon gevonden. De Knautiabij is in 44 kilometerhokken op 82 locaties aangetroffen. Op basis hiervan wordt ingeschat dat deze bij in de afgelopen 20 jaar minstens 56% van zijn areaal in het Heuvelland heeft verloren. Dit is illustratief voor de recente teloorgang van bloemrijke graslanden in dit gebied. De verzamelde gegevens brengen nieuwe informatie over de ecologie van zowel de Knautiabij als Beemdkroon aan het licht. Zo werd duidelijk dat de Knautiabij aanwezig is op 90% van de onderzochte locaties met tussen de 50 en 500 Beemdkroonplanten. Verder bleek dat Beemdkroon vooral groeit op plekken met een zuidelijke expositie. Dergelijke informatie is gebruikt bij het formuleren van beheermaatregelen ten gunste van bloem- en insectenrijke graslanden in het algemeen en Beemdkroon en de Knautiabij in het bijzonder. De resultaten van de inventarisatie in 2007 zijn gebruikt om vast te stellen voor welke locaties maatregelen in het beheer het meest gewenst is (voor criteria zie paragraaf 3.2). In 2008 zijn 49 locaties met hoge of middelhoge prioriteit opnieuw bezocht om de vegetatie te inventariseren en ter plekke inschattingen te maken van het gevoerde en gewenste beheer. In hoofdstuk 5 worden algemene aanbevelingen voor beheer ten gunste van bloem- en insectenrijke graslanden gegeven. Voor specifieke populaties van Beemdkroon en de Knautiabij zijn deze maatregelen uitgewerkt in hoofdstuk 6. Enkele belangrijke terreinbeheerders worden apart uitgelicht en nader besproken. Niet alleen Beemdkroon en de Knautiabij zullen gebaat zijn bij de maatregelen zoals voorgesteld in dit rapport. Vele andere planten- en insectensoorten die kenmerkend zijn voor bloemrijke graslanden in het Heuvelland zullen meeprofiteren (tabel 4 en 5). Hieronder zijn verschillende andere aandachtsoorten van (lijnvormige elementen in) het Heuvelland, vele Rode-Lijstsoorten en diverse insectensoorten met een directe binding met Beemdkroon. Hopelijk dragen de adviezen bij aan het herstel van de zo bedreigde bloemenrijkdom in het Heuvellandschap.
Additional Metadata | |
---|---|
, , , , , , | |
EIS-Nederland, Leiden | |
Organisation | Staff publications |
Reemer, M., Beringen, R., & van der Slikke, W. (2008). De knautiabij: kroon op de beemdkroon. EIS-Nederland, Leiden. |